Wijnklimaat en wijnjaren in Nederland
Nederland timmert sinds de jaren zeventig flink aan de weg als wijnland. Vergeleken met andere landen zijn en blijven we klein, maar de kwaliteit groeit. Niet alleen hebben de wijnboeren steeds meer kennis, het klimaat en de komst van de nieuwe druivenrassen speelt ook mee. Maar wat is eigenlijk het wijnklimaat van Nederland? En hoe waren de afgelopen wijnjaren?
Algemeen wijnklimaat in Nederland
Nederland heeft een zeeklimaat. Dat betekent dat het vaak te vochtig en koel is om klassieke druivenrassen te verbouwen, met uitzondering van een aantal regio’s met meer zonuren zoals Zuid-Limburg en de Achterhoek. Door de opkomst van nieuwe druivenrassen, zoals solaris, regent en johanniter werd wijnbouw wél mogelijk en groeide het aantal wijngaarden in Nederland.
De opwarming van de aarde speelt ook mee met de kansen en groei voor de Nederlandse wijnbouw. Uit onderzoek blijkt dat Zuid-Limburg tegenwoordig de gemiddelde temperaturen heeft die begin jaren tachtig in de Bourgogne waren. Dat maakt steeds meer mogelijk. Ook zie je door de komst van nieuwe druivenrassen naast Nederland inmiddels ook wijngaarden in Denemarken en zelfs het zuiden van Noorwegen.
Klimatologische eisen voor wijnbouw
Van oudsher vind je de meeste wijngebieden tussen 30° en 50° noorderbreedte en 30° en 50° zuiderbreedte. Daarbinnen vallen klassieke wijnlanden als Frankrijk, Spanje, Italië, maar ook de Verenigde Staten, Chili, Argentinië, Australië en Nieuw-Zeeland. Over het algemeen heerst er in die wijnbouwgebieden een gematigd klimaat. Op andere plekken is het over het algemeen te warm of te koud voor wijnbouw. Door de komst van de nieuwe, schimmelresistente druivenrassen is inmiddels ook in landen met een koeler en minder zonnig klimaat wijnbouw mogelijk, zoals in Nederland.
Voor de groei van druiven wordt een speciale methode gebruikt: de Huglin-index. Deze kijkt per regio naar de minimale en maximale temperaturen tijdens het groeiseizoen van de druif. Vanaf waarde 1500 kun je druiven voor wijnproductie verbouwen. Elke druif heeft zijn eigen optimale Huglin-waarde waarmee je makkelijk bepaalt of hij in een specifieke regio wel of niet rijp kan worden. Opvallend is dat de Huglin-index in verschillende Nederlandse regio’s de afgelopen jaren flink is gestegen, ruim boven de minimale waarde. Dat bewijst dat er steeds meer soorten druiven kunnen worden verbouwd, zoals allerlei klassieke rassen.
Invloed van klimaatverandering
Klimaatverandering is een ‘hot’ item. Sterker nog: de opkomst van wijnbouw in Nederland wordt daar vaak aan toegeschreven. Maar in de praktijk zijn het met name de nieuwe druivenrassen waardoor hier wijnbouw mogelijk is. Het klopt dat de temperatuur stijgt. Zo’n honderd jaar geleden lag de gemiddelde jaartemperatuur in Nederland rond 9℃ (bron: KNMI). En tussen 1996 en 2020 is de gemiddelde temperatuur tijdens de groeiperode (april – september) zelfs zo’n negen procent gestegen. Het aantal zonuren nam met twintig procent toe.
Toch zorgt de klimaatverandering vooral voor problemen en krijgen wijnboeren te maken met allerlei soorten weersomstandigheden. Van bloedhete zomers tot late voorjaarsvorst. En van intense neerslag in de zomer tot zware stormen in de herfst. Wijnboeren hebben steeds vaker te maken met droogte: tijdens de groeiperiode is er tot 37% minder regen. Daarnaast kan door een flinke hagelbui midden in de zomer of het najaar, de boer in een klap zijn hele oogst kwijt zijn.
Deze weersextremen spelen dus allemaal mee bij de keuzes die de wijnboer moet maken. Het ene jaar moeten ze bladeren wegknippen om schimmels tegen te gaan door te veel regen. Het andere jaar moeten ze de bladeren juist laten hangen om verbranding van de druiven te voorkomen.
Wijnjaar 2021 en 2022
Het weer in seizoen 2022 was bijzonder gunstig voor de wijngaardeniers. De zon scheen volop, de temperaturen lagen hoog en van de extreme droogte hadden de wijnstokken relatief weinig last. Tijdens de oogst lieten de meeste wijnboeren al doorschemeren dat de opbrengst veelbelovend was. Dankzij het goede weer waren de druiven van topkwaliteit en ook de kwantiteit bleek van recordhoogte te zijn.
Over wijnjaar 2021 kunnen we kort en krachtig zijn: het was een moeizaam en grillig jaar. Tot eind mei was het veel kouder dan normaal, waardoor de stokken maar langzaam groeiden. Voordeel was dat de knoppen daardoor niet werden aangetast door nachtvorst. Maar doordat het in het groeiseizoen veel regende en het toch warm was, ontstond er valse meeldauw en werden druivenplanten aangetast. Hoewel de opbrengst in 2021 daardoor lager was dan eerdere jaren, waren wijnboeren wel te spreken over de kwaliteit dankzij genoeg zonuren in september.
Eerdere wijnjaren
Elke wijnjaar heeft zo zijn uitdagingen. Aan de productiecijfers is goed te zien welke effect het weer telkens heeft op de oogst. Zo werd er eerder al in 2018 een recordaantal druiven geoogst en waren 2019 en 2020 juist weer wat mindere jaren. Maar hoe was het weer toen?
Vergeleken met 2021 waren de drie jaren daarvoor relatief droog en werden er recordproducties behaald. Het jaar 2018 was extreem warm: in de zomer werden tweehonderd jaar oude warmterecords verbroken. Wijnboeren hadden dat jaar weinig last van schimmels, er was geen nachtvorst en de druiven waren vroeg rijp. Alleen de droogte zorgde op sommige plekken voor problemen.
Ook de zomer van 2019 is de geschiedenisboeken ingegaan. In Brabant werd zelfs de hoogste temperatuur ooit in Nederland gemeten: ruim 40℃. Daardoor was er een groot risico op zonnebrand bij de druiven: door de straling van de zon worden de druiven zo heet dat ze verbranden en de bes kapot gaat en uitdroogt. In 2019 hadden wijnboeren ook al te maken met late nachtvorst in het voorjaar, waardoor de knoppen bevroren en verloren gingen. In de zomer was er wederom sprake van droogte.
En hoe was 2020? Dat ging op en neer: van droog, warm weer naar regen en weer terug naar warmte en droogte. Tijdens de oogstperiode viel er veel regen waardoor er uiteindelijk iets minder druiven zijn geoogst. Gelukkig was de kwaliteit nog steeds goed en werd het uiteindelijk een gemiddelde oogst.